Het foute jullie

25/07/2011

Met veel plezier las ik Pauline Cornelissens bestseller "Taal is zeg maar echt mijn ding". Het hoofdstuk waarin zij "15 foute wijen" beschrijft, doet een lach van herkenning in mijn buik omhoog kriebelen. Ik ben er eens op gaan letten hoe het woord "wij" wordt gebruikt. Als ik tegen mijn man en kinderen zeg: "Wij gaan eten", dan zijn "wij" alle mensen, inclusief mijzelf, die in huis zijn en die samen gaan eten. Eerste persoon meervoud dus, niks mis mee! Laatst hoorde ik de zwemleraar van mijn zoon vanaf de kant roepen: "We gaan nu borstcrawlen jongens, en daarna mogen we vrij spelen!" Hoewel de goede man geen natte vezel aan zijn lijf had, leek het door dat woord "wij" alsof hij zelf ook deel uitmaakte van de groep zwemmers. Strikt genomen had hij "jullie" moeten zeggen, maar waarschijnlijk wilde hij door het gebruik van het woord "Wij" zijn betrokkenheid bij de zwemmende kinderen tonen. Het lijkt soms wel alsof "jullie", gewoon tweede persoon meervoud dus, te afstandelijk wordt gevonden en dus niet meer mag. Jullie zouden hieruit de conclusie kunnen trekken dat "jullie" zijn plekje in de Nederlandse taal aan "wij" heeft moeten afstaan. Niets is minder waar. Ik heb maar al te vaak te maken met het helaas onuitroeibare "het is ver van mijn bed maar ik weet er wel alles van"-jullie. Dit wordt door jullie, zo ondervind ik dagelijks aan den lijve, vooral gezegd tegen minderheidsgroepen om geen misverstand te laten bestaan over het feit dat jullie daar zelf niet bij horen, maar je wel in het wel en wee van deze mensen verdiept hebben. "Jullie willen toch liever niet geholpen worden?" vragen jullie vaak aan mij als ik op zoek ben naar de deur van de trein. Wie wordt er bedoeld met "jullie"? Vrouwen van veertig? Katholieken? Moeders? Blinden natuurlijk, dat snap ik ook wel, maar het wordt er niet bij gezegd. Blijkbaar vinden jullie dat niet nodig omdat ik voor jullie niets anders ben dan blind. Of is dit "jullie" een manier om het woord "Blinden" handig te omzeilen omdat jullie dat te hard vinden klinken? Toch hoor ik dat liever, want dan is het duidelijk dat jullie mij als deel van de groep blinden aanspreken. Dat geeft mij de hoop dat jullie doorhebben dat ik ook nog deel uitmaak van andere groepen: vrouwen van veertig, Katholieken of moeders bijvoorbeeld. Als er een hele groep blinden bij de trein zou staan, zou het woord "jullie", dat toch echt duidt op meerdere personen, gerechtvaardigd zijn, maar meestal ben ik de enige. Waarom dan toch de meervoudsvorm? Misschien wel, omdat het lastig is om mij als een individu met haar eigen behoeften en wensen te zien. Het kan geen toeval zijn dat een zin, waarin het foute "jullie" voorkomt, bijna altijd afstand schept. Jullie zeggen zelden tegen mij: "Zal ik jullie helpen?" Nee, in dat geval ben ik gewoon "je" of "u". Het foute "jullie" geeft jullie de mogelijkheid je te verschuilen achter veronderstellingen, waarvan ik geen idee heb waar ze vandaan komen. Ik ben niet over één kam te scheren met alle blinden die niet geholpen willen worden. Als ik in het gedrang en gehaast rond een bijna vertrekkende trein de deur moet zoeken, vind ik een uitgestoken hand of een verbale aanwijzing erg prettig. Maar ja, als jullie mij, de blinde die nu voor je staat, als een individu zouden benaderen, dan zouden jullie mij moeten vragen: "Wil je geholpen worden?" En stel dat ik ja zeg… Tja, dan brengt dat verantwoordelijkheid en gedoe met zich mee. En als ik nee zeg, voelen jullie je vast afgewezen. Dan is het uitspreken van een quasi begrijpende zin als "Jullie willen toch liever niet geholpen worden?" veel makkelijker. Ik zou het geweldig vinden als jullie vanaf nu het woord "jullie" alleen gebruiken voor de tweede persoon meervoud, en als jullie elk individu als een unieke persoon, een jij dus, benaderen. Maar ja, ik vraag me af of mijn pleidooi helpt. Jullie zijn hardleers. Is het jullie opgevallen dat ik jullie de hele tijd aansprak met het "Ik gooi iedereen op één hoop"-jullie? Dat vonden jullie zeker heel vervelend, maar ja, wij generaliseren nou eenmaal graag.