portret Charlotte Glorie  

Charlotte Glorie

luisterliedjes en conferences

voorpagina · biografie · de cd · concerten · gastenboek · columns . contact

21-03-2011
Super trouper

“All I did was eat and sleep and sing, wishing every show was the last show,” hoor ik Abba in zijn lied “Super Trouper” zingen. De afgelopen zeven dagen, had ik elf optredens en voelde ik me precies zo. Ik werd geleefd door het werk, at geen avond thuis, bracht meer tijd door op tochtige stations dan in bed, ving over Libië en Japan enkel wat flarden op uit treingesprekken en vergat zelfs de verjaardag van mijn beste vriendin. “Hè hè, “the last show” is achter de rug,” verzucht ik, terwijl ik uitgeput op de bank plof. “Glaasje Baileys schat? Dat heb je wel verdiend,” antwoordt Guus. Heerlijk! Ik nip van de godendrank en vanzelf gaan mijn gedachten naar de dagen die achter me liggen.

De optreedmarathon begint al enerverend omdat één of andere oen van een treinmachinist  vergeet te stoppen in Steenwijk, zodat ik veel te laat bij mijn zaal vol verpleeghuis-vrijwilligers arriveer. Ik probeer zachtjes naar binnen te sluipen, struikel over een stoel, bezeer mijn been en neem in mijn val met een hoop geraas een potplant mee. Ten einde raad vraag ik of iemand me alsjeblieft naar het podium kan helpen. “IJzersterke openingsact had je!” zeggen verschillende mensen na afloop, “Je dwong ons om bij onszelf na te gaan hoe wij met gehandicapten omgaan.” Na al die complimenten voel ik mijn zere been niet meer.

Een paar dagen later sta ik me, bij gebrek aan een kleedkamer, om te kleden in het toilet. Ik zal een aantal korte intermezzo’s verzorgen tijdens een studiedag over ”Sport en handicap”. Sta ik net in mijn onderbroek, komt er een vrouw binnen. Ik schrik me rot en wil gauw wat aantrekken, maar zij roept: “Geeft niks. Ik kom uit de sportwereld en ben wel wat gewend.” We raken zo intensief aan de praat over gehandicaptensport, dat ik mijn naaktheid vergeet. Na vijf minuten vraagt ze: “Weet jij eigenlijk wie ik ben?” Dan pas dringt het tot me door. Wie kan zeggen dat ie in alleen een slipje met Erica Terpstra heeft staan praten? Ik!

En, o ja, die vijftigste verjaardag. Vlak voor mijn voorstelling komt de dochter van het feest-varken naar me toe en zegt, dat ze eigenlijk niet durft, maar graag wat voor haar jarige moeder wil zingen. Of ik “Telkens weer” van Willeke Alberti op de piano kan begeleiden. Natuurlijk! Ik ben dol op dat lied! Na mijn programma pakt het meisje de microfoon en begint met trillende stem. Als ze haar schroom eenmaal overwonnen heeft, is ze niet meer te stuiten: “Liefs uit Londen”, “go like Elijah”, “Eternal flame”… Ik speel alles mee en geniet! Twee dagen later belt haar moeder mij euforisch op: “Onze Anne heeft na het zingen van eergisteren eindelijk de stap durven zetten om zich aan te melden voor zangles. Geweldig he!”

Soms verbaast het me wat mijn optredens kennelijk bij mensen teweeg brengen… Neem nou die man, die in de pauze van mijn programma in plat Amsterdams tegen me zegt: “Dit is de eerste keer dat ik na mijn zware chemokuur weer de deur uit kom. Ik twijfelde eerst wel, maar wat doet het me goed om hier te zijn. Ik kan wel janken van genot.” Of de woorden van die vrouw: “Je hebt het vast vaak moeilijk met je handicap, maar je staat zo positief in het leven. Dat geeft mij de moed om ondanks mijn slechte gezondheid verder te gaan.” Ik voel me wat ongemakkelijk omdat zij mij ziet als een soort supermens, terwijl ik mijn leven totaal niet als moeilijk ervaar. Maar ja, als mijn voorstelling haar heeft gesterkt, is dat natuurlijk prima!

Zelf doe ik, als ik optreed, ook regelmatig nieuwe inzichten op. Bij een congres over communicatie met verstandelijk gehandicapten begrijp ik ineens dat mijn zwakbegaafde broer als hij bij ons logeert zijn spullen niet geordend krijgt, omdat zijn hoofd overbelast is door alle nieuwe regels in een ander huis. Ik neem me voor hem daar voortaan beter bij te helpen.

Vergenoegd bijt ik in de reep die ik vandaag na mijn laatste optreden kreeg. In brailleletters van chocola staat er “Bedankt” op. “Wat een bijzondere momenten in een week tijd,” denk ik. Dan hoor ik: “the super trouper lights are gonna find me, shining like the sun, smiling, having fun, feeling like a number one.” Weer ben ik het helemaal met Abba eens. “Ik heb het mooiste werk dat er is,” zeg ik tegen Guus, terwijl ik nog een slokje Baileys neem. 

 

Reacties: