portret Charlotte Glorie  

Charlotte Glorie

luisterliedjes en conferences

voorpagina · biografie · de cd · concerten · gastenboek · columns . contact

30-05-2011
Alleen

Ik schrik van de telefoon: “Gaat het een beetje.” klinkt de lachende stem van mijn vriendin Anna. “Kun je de eenzaamheid nog aan na twee dagen zonder Guus? Heb je wat tips nodig van een ervaringsdeskundige?” “Neehoor! Ik dacht altijd dat jij het als alleenstaande moeder constant moeilijk had, maar nu Guus in het verre Frankrijk zit, ontdek ik dat het eigenlijk best prima is. Gisteren ging Wouter naar een feestje en had niet de kans om, zoals hij normaliter doet, Guus en mij tegen elkaar uit te spelen in de hoop later thuis te mogen komen. Dit keer zei ik gewoon “Elf uur” en dat was het dan. En vanmorgen kon ik slapen totdat mijn wekker ging, zonder dat ik al een uur eerder wakker werd van Guus, die zich stommelend voorbereidde om de deur uit te gaan. En nu zit ik heerlijk op de bank met een spannend boek. De televisie blijft uit, de radio staat op mijn favoriete zender en ik galm af en toe keihard mee. Ik kan precies doen wat ik wil, zalig!” “Dat snap ik,” zegt Anna, “Geniet ervan!”

In de dagen daarna merk ik dat alleenstaande moeder zijn toch zwaarder is dan ik dacht. Ik ren me rot om tussen mijn optredens, Julia’s paardrij-examen en Wouters korfbalwedstrijd door het huis schoon te houden, boodschappen te doen en te koken. Op zondag wil ik wandelen, maar niet in mijn eentje. Julia en Wouter hebben wel wat anders te doen. Het kost heel wat telefoontjes voordat het me lukt om met een bevriend stel een wandel-afspraak te maken. En op maandag zit ik ineens zonder stroom. Een half uur gedruk op knopjes en een vragenrondje bij buren later heb ik tenslotte een techneut gevonden die het euvel, iets met de aardlekschakelaar, in twee seconden ziet en verhelpt. Wat mis ik Guus! En wat bewonder ik Anna, die zich als alleenstaande moeder zo goed redt!

“En? Gaat het nog steeds zo lekker?” schalt Anna’s stem op dinsdag door de telefoon. “Nou, nee!” biecht ik op, “Ik kan me nu pas echt in jou verplaatsen.” Ik vertel waar ik de laatste dagen tegenaan ben gelopen. Anna lacht: “gek eigenlijk! Met alles wat jij nu noemt, heb ik nou helemaal geen problemen. Elke zondag doe ik leuke dingen met een vaste vriendinnen-club, mijn kinderen hebben taken in huis en inmiddels heb ik mezelf alle nodige technische handelingen aangeleerd. En alles wat jij zo heerlijk vindt aan het leven zonder man, - zonder overleg kunnen beslissen, niet gewekt worden door zijn gestommel, ongestoord een boek lezen en met de radio meegalmen, - daar baal ik nu juist van. Zijn wij dan zo verschillend?”

Pas veel later bedenk ik het antwoord op die vraag. Anna en ik zijn niet zo verschillend, maar onze situaties wel. Omdat ik maar een weekje zonder man leef, is dat voor mij iets bijzonders. Ik weet dat mijn gedraaf van tijdelijke aard is en dat Guus mij binnenkort weer praktisch en emotioneel kan steunen. Voor Anna is de afwezigheid van een man blijvend. Hoe goed ik haar ook ken, ik zal nooit helemaal weten hoe zij zich voelt, waar zij tegenaan loopt en waar ze prima mee kan leven. Je volledig in een ander verplaatsen is niet te doen.

Op de radio hoor ik een reportage van de demonstratie tegen de kabinetsplannen om fors te bezuinigen op de WSW en de WaJONG. “Men wil dat wij in commerciële bedrijven aan het werk gaan, maar dat gaat niet lukken en dus raken wij onze baan, maar ook ons sociale netwerk kwijt.” De wanhoop in de stem van deze demonstrant raakt mij! Realiseerden politici zich maar dat het hebben van een handicap enerzijds zwaar is, maar dat er anderzijds, met wat hulp van de maatschappij en de mensen om je heen, volwaardig mee te leven is. Dan zouden ze dit soort bezuinigingsvoorstellen niet zomaar doen. Maar als het mij al zoveel moeite kost om mij echt in te leven in de situatie van Anna, die ik zo goed ken, wat kan ik dan verwachten van de dames en heren regeerders, die gezond zijn, snel leven en vinden dat zij belangrijk werk doen? Arbeidsgehandicapten staan mijlenver van hun eigen beleving af.

Eigenlijk zouden er meer gehandicapten, bijstandsmoeders en vluchtelingen in de Tweede Kamer moeten zitten. Dan zou er echt vanuit ervaringsdeskundigheid beslist worden over het lot van kwetsbare groepen. Tja, zou ik misschien zelf…? Ach nee, politicus zijn is echt niks voor mij. Ik ga niet eens proberen me daarin te verplaatsen. 

 

Reacties:

datum:1 juni 2011
afzender:Klaas
bericht:'wat mis ik Guus' roep je daar uit
hetgeen mij tegen de borst stuit
om wat hij kan, niet om wie hij is
of heb ik het (hopelijk) goed mis?
daarna gelukkig wel op één lijn
dat bezuinigen is echt niet fijn
die 2de Kamer lijkt mij wel wat
en handicaps die heb ik zat...