Kleinkunst van grote klasse Charlotte Glorie
ZUSTER LINDE Als kind wilde ik kloosterzuster worden. Dan zou ik tenminste van die belachelijke naam verlost zijn. Charlotte, echt stom! Ik had twintig zusters Karmelietessen als buurvrouwen en mijn lievelingszuster heette Gabriël. Eerst Truus heten, naar het klooster gaan en je dan Gabriël mogen noemen, dat wilde ik ook wel! Zuster Linda zou ik worden. Dan zou iedereen mijn habijt horen ruisen als ik liep en dan hoefde ik nooit meer die jurkjes aan die mijn moeder voor me naaide, met van dat strakke elastiek in de mouwen. Het klooster was voor mij de plek waar ik even kon ontsnappen aan de lawaaierige hectiek van thuis. Met galmende stappen liep ik door de hoge, brede gangen naar de ontvangkamer, waar het zware getik van de antieke klok benadrukte dat er tijd en aandacht in overvloed was. Als ik daar zat met mijn hoofd tegen de hoge, met houtsnijwerk versierde stoelleuning en mijn armen op het prikkende, pluchen tafelkleed, daalde er een enorme rust over me. Daar vertelde zuster Gabriël me met haar zangerige stem Bijbelverhalen, floot zuster Rafaël liedjes voor me of leerde zuster Michaël me breien. Daar rook het naar oude boeken, naar wijsheid, naar iets onveranderlijks, dat van alle tijden is, naar geloof en vertrouwen dus. Volledig veilig voelde ik me als ik in het knusse kapelletje vol overgave zat mee te zingen met de nonnen, die met broze, en toch vastberaden stemmen onze goede, vergevende God prezen. En na de mis vergat ik nooit om Jezus een zoentje te geven, die vanaf het kruis altijd over mij waakte. Wat leek het mij geruststellend om zo dichtbij Jezus te wonen in een prachtig gebouw, dat door velen werd herkend als een plek waar gebeden werd, maar waar je ook op adem kon komen. Ik smulde altijd van de verhalen over de bonte stoet van rustzoekers, zwervers en dronkenlappen die bij de zusters aanklopte. In zo’n gastvrij huis wonen en mensen helpen vanuit mijn geloof, dat zou ik later gaan doen. Mijn voetstappen galmen door de brede, hoge gangen van het Dominicaner klooster, waar ik samen met vrienden een rondleiding krijg. Ook hier een ontvangkamer met houtsnijwerk en prikkend pluche, waar het naar oude boeken ruikt. Onze gids opent een muf geurende kist en laat mij de overdadig met borduurwerk en kraaltjes opgesierde kleding voelen die priesters rond 1900 droegen. In de galmende kloosterkerk met zijn schitterend bewerkte pilaren en prachtige beelden, wind ik me in stilte op over al die rijkdom, die ongetwijfeld ten koste van arme mensen is vergaard. En dat alles om de status van mannen, en vooral priesters, in de Katholieke kerk, te benadrukken. Wat een poppenkast in vergelijking met de eenvoudig geklede zusters en het knusse kapelletje uit mijn jeugd! Als ik de gids hoor zeggen dat de Dominicanen vroeger jonge jongens opleidden, vraag ik me onwillekeurig af of hun beschermelingen zich in het klooster net zo veilig konden voelen als ik. Of zou er achter deze veel te dikke muren ook misbruik hebben plaatsgevonden? Maar wat weet ik eigenlijk van de zusters Karmelietessen? Dat waren natuurlijk ook maar gewone mensen en niet de engelen uit mijn kinderlijke beleving, maar dan wel mensen aan wie ik enkel goede herinneringen bewaar. Dan vertelt de rondleider dat in deze kloosterkerk zowel Bijbelse schilderingen zijn als taferelen gebaseerd op allerlei filosofische en godsdienstige stromingen, omdat Dominicanen de waarheid overal zoeken, ook buiten hun eigen religie. Hun tolerante, optimistische geloof dragen ze vandaag de dag uit door in hun kerk, die inmiddels parochiekerk is geworden, samen te werken met vrouwelijke voorgangers en openlijk stelling te nemen tegen uitsluiting van homoseksuelen en gescheidenen. En juist door dat oude, overdadige gebouw zijn ze voor velen vindbaar en herkenbaar als een gastvrije gemeenschap, waar iedereen op adem mag komen en voor studie en verdieping terecht kan. Als ik later tijdens de viering, temidden van kloosterlingen en parochianen vol overgave “Laudate omnes gentes” sta te zingen, hoor ik in mijn hart met net zoveel overgave dat kleine meisje meezingen, dat ondanks alles nog steeds graag zuster Linda wil zijn.

Bel of stuur een whatsappje | +31 6 38 25 38 31  | info@charlotteglorie.nl